Theeland: Indonesië
De eilandketen Indonesië, gelegen in de Zuid-Chinese Zee en de Grote Oceaan, strekt zich uit van Maleisië tot Papoea-Guinea. Indonesië is de achtna grootste theeproducent van de wereld. De productie van Indonesische thee begon met de kolonalisatie door de Nederlanders in de 18e eeuw, nam af na de tweede wereldoorlog en leefde weer op in het begin van de jaren ’80 van de 20e eeuw.
Klimaat & thee
In tegenstelling tot de subtropische klimaten van menig theeland in Zuidoost Azië, kent Indonesië een volledig tropisch klimaat. Het klimaat is overwegend vochtig met veel regenval in alle delen van het land, maar de neerslag is voornamelijk seizoensgebonden.
De seizoensgebonden neerslag is zeer gevarieerd en in veel regio’s verschilt van het patroon door de Aziatisch moesson die de theeproductie in China en India aandrijft. Hierdoor zijn er ook andere plukseizoenen. In Java, waar een deel van de Indonesische thee vandaan komt, zijn juli tot oktober de droogste maanden. Sommige regio’s hebben een tweede, korte droge periode in maart. In andere deel van het land is februari de droogste maand.
Geschiedenis van Indonesische thee
In het begin van de zeventiende eeuw bedreven de Nederlanders hun handel in Chinese koopwaar, waaronder thee, vanaf Java en was het de Vereenigde Oostindische Compagnie (V.O.C.) die in het begin van de achttiende eeuw de eerste theeplantages op het eiland vestigde. Aanvankelijk gebruikten de Nederlandse kolonisten zaad uit China, maar omdat dit niet goed gedijde gingen ze over op Assamstruiken uit India.
Smaak Indonesisische theeën zijn licht en goed van smaak. De meeste worden gebruikt in melanges, los of in theezakjes, maar enkele tuinen verkopen nu ook onvermengde thee.Het gewas werd later ook op Sumatra geïntroduceerd en sinds kort wordt er ook op Sulawesi thee verbouwd. Tot de Tweede Wereldoorlog beheersten de Indonesische zwarte theeën samen met die uit India en Ceylon de Europese markt. De oorlog bracht de industrustrie echter ernstige schade toe en de theeproductie bleef op een laag pitje tot er in 1984 een herstelprogramma werd gestart. De oprichting van de Tea Board of Indonesia heeft geholpen bij de herstructurering van de industrie, het opknappen van fabrieken, het herstel van plantages met superieure, gekloonde theeplanten, de verbetering van de faciliteiten en een toename van de productie.
Theeproductie in Indonesië
Op heel Indonesische eilanden wordt er op ongeveer 122.000 hectare 136 miljoen kg thee verbouwd. De belangrijkste theeplantages bevinden zich dan ook op de grootste eilanden, Java en Sumatra. Het grootst gedeelte van de verbouwde Indonesische thee wordt op West Java verbouwd (produceert tot 70 procent) en de rest op Centraal Java en Noord Sumatra. Door het droge, zachte weer kan er het hele jaar door geplukt worden, maar de beste thee wordt in juli, augustus en september. Ongeveer 60 procent van de productie is groen en 40 procent zwart.
In het verleden werd er alleen orthodoxe zwarte thee verbouwd, maar door de groeiende vraag naar theezakjes zijn veel planters overgegaan op de CTC-methode. De productie van groene thee begon in 1988 en zal naar verwachting de komende jaren blijven toenemen vanwege het groeiende besef van de positieve invloed van groene thee op gezondheid en een grotere internationale belangstelling. Momenteel wordt de meeste groene thee vermengd met jasmijnthee, voornamelijk voor de binnenlandse markt.
In tegenstelling tot veel andere Aziatisch theeproducerende landen wordt Indonesische thee voornamelijk geëxporteerd. Thee uit Indonesië wordt voornamelijk in melanges gebruikt en het land is dan ook niet erg bekend als een theeproducerende regio. Er zijn echter een klein aantal ambachtelijke, single-origin thee uit Indonesië beschikbaar.